Paul Rem

We treffen elkaar op het centraal station in Amsterdam, de stad waar hij sinds kort weer woont. Paul Rem (1962) is kunsthistoricus en conservator van Paleis Het Loo. Een man met een eigen kleding stijl die altijd onberispelijk gekleed gaat. Het bijzondere overhemd met royale strik en de bloem in z’n knoopsgat vallen meteen op. Paul: “Ik draag elke dag ik een bloem óf een pochet. Het is niet altijd een vers geplukte, maar sinds ik weet dat de Prince of Wales ook wel eens een kunstbloem draagt, voel ik me niet bezwaard. Ik krijg er vaak vrolijke opmerkingen over.”

Paleizen

Naast zijn werk als conservator is Paul woordvoerder voor Paleis Het Loo. En door zijn kennis over paleizen en alles wat met Koningshuizen te maken heeft, is hij ook een graag geziene gast bij radio- en tv programma’s, zoals Blauw Bloed. “Als kind was ik al zeer geïnteresseerd in paleizen. Voor mijn afstuderen koos ik destijds de verbouwing van Paleis Soestdijk als onderwerp, dit tot verbazing van mijn begeleider die het niet zo verstandig vond i.v.m. mijn verdere carrière. Niet sexy genoeg, maar ik heb het toch doorgezet. Ik ben niet alleen geïnteresseerd in de architectuur van paleizen, maar ook in alles wat erbij hoort, zoals meubels, kleding en juwelen. In Paleis Het Loo gaat het om meer dan 4000 stuks en elk stuk heeft een eigen verhaal.”

 

De stijl van kunsthistoricus Paul Rem

Fez

“Als kind droeg ik al graag een stropdasje, dat was toen overigens wel gebruikelijker. Wat kleding betreft heb ik altijd mijn eigen keuzes gemaakt, ook als puber. Het is niet om me anders voor te doen, dit bén ik. Ik draag altijd een pak. Niet alleen voor mijn werk, maar ook thuis. Ik heb ook helemaal geen trui. Net als m’n vader, ben ik gek op hoofddeksels. Van hem heb ik m’n eerste hoed gekregen en toen ik 16 was een fez. We waren destijds samen in Joegoslavië op vakantie. M’n fez zet ik op zodra ik thuiskom. Jas aan de kapstok, fez op. Ik doe er jaren mee, want dit is pas m’n tweede.”

Handig

“Iedereen denkt dat het veel geld kost om er goed uit te zien. Men verwacht niet dat iemand die in een paleis werkt kleding koopt in een kringloop winkel. Niet is minder waar. Soms slaag ik ook voor een kostuum op de Noordermarkt. Als het niet helemaal past of als het bijvoorbeeld een double breasted model is en ik wil liever een enkele rij knopen, dan vermaak ik het zelf. Ik heb op het VWO o.a. het vak Handwerken gevolgd. Daar heb ik nog steeds plezier van. De naaimachine thuis wordt alleen door mij gebruikt. M’n witte overhemden koop ik (een aantal tegelijk, want ik haat winkelen) doorgaans bij C&A. Omdat ik vrij lange armen heb zijn de mouwen altijd te kort. Daar heb ik ook iets op gevonden. Ik zet er boven de manchet een stuk tussen. M’n jasje doe ik toch niet uit. Ik draag nooit een overhemd met open boord, uitsluitend met een das, óf choker óf strik. Ook voor dassen slaag ik vaak in een kringloop winkel. Pochets maak ik soms zelf van een mooi stukje stof of – voor feestelijke gelegenheden – van kant. Verder draag ik uitsluitend zwarte kousen, daar koop ik er ook eens in de zoveel tijd een heleboel van. Het is praktisch en scheelt veel zoekwerk na het wassen.”

De stijl van kunsthistoricus Paul Rem

Tijdloos

“Ik draag nooit een horloge, maar ik hou wel van sieraden, vooral ringen en allemaal met een eigen verhaal. Zo draag ik de trouwring van m’n grootvader en een ring van een vriend die is overleden. Voor mijn 25 jarig jubileum bij Paleis Het Loo kreeg ik van mijn vrouw een ring cadeau. Van oorhangers die van mijn overgrootmoeder zijn geweest heb ik manchetknopen laten maken. Alles wat ik draag moet tijdloos zijn. Het gaat om het totaalplaatje. Voordeel van mijn manier van kleden is dat ik nooit in paniek hoef te raken als er onverwacht (hoog) bezoek komt op Paleis Het Loo.”

De stijl van kunsthistoricus Paul Rem

Terug in de hoofdstad

“Na bijna dertig jaar wonen mijn vrouw en ik opnieuw in Amsterdam. Wat is er veel veranderd! In het straatbeeld viel mij opeens de grauwheid, het nonchalance en de eenvormigheid in de kleding op. Ik heb besloten dat ik mij er niet druk om maak. Als ik me mag kleden zoals ik dat zelf wil, dan geldt dat tenslotte ook voor de anderen!”

Een interview met Paul Rem staat ook in mijn boek Oog voor Stijl